De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft zijn toewijding herbevestigd om het defensiebudget van Spanje tegen 2029 te verhogen tot 2% van het BBP, in lijn met de NAVO-eisen, terwijl sociale welzijnsprogramma's onaangetast blijven. In een toespraak tot het parlement benadrukte Sánchez het belang van het versterken van Europa’s defensiecapaciteiten te midden van toenemende geopolitieke onzekerheden. Hij onderstreepte dat hoewel Europa meer verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn eigen veiligheid, dit niet ten koste mag gaan van sociale en milieubeleidsmaatregelen.

Om deze prioriteiten in evenwicht te brengen, is de Spaanse regering van plan de definitie van defensie-uitgaven te verbreden om ook cybersecurity, terrorismebestrijding en grensbeveiliging te omvatten. Daarnaast heeft Sánchez voorgesteld om een EU-breed defensiefonds op te richten, vergelijkbaar met het COVID-19-herstelpakket, om gezamenlijke Europese veiligheidsinitiatieven te financieren. De voorgestelde verhoging van het defensiebudget heeft echter kritiek uitgelokt. Oppositieleider Alberto Núñez Feijóo van de Volkspartij (PP) betwijfelde de haalbaarheid van Sánchez’ plan en stelde dat de echte uitdaging ligt bij het economisch beheer van de regering. Ondertussen waarschuwde econoom Santiago Niño Becerra dat hogere defensie-uitgaven ten koste zouden kunnen gaan van infrastructuur en andere openbare diensten.

Ondanks deze zorgen heeft Sánchez verzekerd dat de regering geen middelen zal overhevelen van sociale programma’s. Hij stelde dat de economische groei van Spanje de defensieverplichtingen en het welzijnsbeleid zal blijven ondersteunen. Nu de regering haar defensiestrategie verder ontwikkelt, blijft de uitdaging om nationale veiligheidsbehoeften in balans te brengen met het behoud van sociale samenhang, terwijl tegelijkertijd politieke en economische kritiek in eigen land en binnen de Europese Unie wordt genavigeerd.